woensdag 18 juni 2008

Kies je kleur

Kleurenleer

Een aantal jaren geleden bleek uit een beknopt en alles behalve representatief onderzoekje dat er in de praktijk minstens vijf verschillende rolmodellen voor succesvolle archITecten bestaan.

  • De constructieve architect: denkt vanuit oplossingen, focust op technologie, gericht op structuur

  • De directieve architect: neemt verantwoordelijkheid namens opdrachtgever, zijn wil is wet, gericht op resultaat

  • De coachende architect: concentreert zich meer op het groepsproces dan het eindresultaat, hij faciliteert, gericht op leren

  • De creatieve architect: stelt uiterlijke schoonheid boven effectiviteit, hij provoceert, gericht op beleving

  • De visionaire architect: weigert de huidige praktijk en technologie als beperking te accepteren, hij inspireert, gericht op innovatie

In diezelfde tijd maakte Leon de Caluwe school met zijn kleurentheorie. Hij hanteert een palet van vijf kleuren als evenzovele stijlen voor het aanpakken van veranderingsprocessen.

  • Blauwdrukdenken is een planmatige, deterministische manier van veranderingen aanpakken. Projectmatig en methodisch werken zijn typische instrumenten. Principes worden tot stuurinstrument verheven.
  • Geeldrukdenken is gebaseerd op machtsdenken – een commandostructuur en directieven zijn kenmerkend – 'Guerilla tactieken' zijn een geaccepteerde praktijk.
  • Groendrukdenken stelt de lerende organisatie centraal. Het fenomeen ‘coaching’ is karakteristiek. Reviews en assessments zijn populaire middelen.
  • Rooddrukdenken gaat om het verleiden en stimuleren van mensen. Het bewust creëren van voorwaarden en kansen is kern van de benadering. Empowerment is een doel op zich.
  • Witdrukdenken vindt zijn oorsprong in de chaostheorie: een nieuwe orde ontstaat spontaan – maar inherent onvoorspelbaar – door het bestaande evenwicht bewust te verstoren. Buiten de bestaande kaders treden wordt tot kunst verheven. Inspiratie staat centraal.

Merk op dat deze theorie – die na uitgebreid wetenschappelijk onderzoek tot stand is gekomen – een frappante overeenkomst vertoont met de classificatie van architecten. Indirect zou je dit kunnen zien als een onderbouwing voor de eerdere vijfdeling.

Om over te peinzen

De vijf verschillende soorten architecten zijn niet voor niets als “rolmodellen” getypeerd. Het zijn archetypen van architecten die in de praktijk effectief zijn gebleken. Ze vertonen een voorbeeldgedrag waarvan andere architecten iets zouden kunnen leren.

Architecten realiseren zich als geen ander dat het gedrag van een systeem goed afgestemd moet zijn op de omgeving van het systeem. Dat geldt in dit geval natuurlijk ook. Niet ieder gedrag is in iedere omgeving even effectief. Het is dan ook raadzaam om de omgevingsfactoren goed in kaart te brengen, en het gedrag daarop af te stemmen.

Architecten hebben van nature een bepaalde stijl van werken. In termen van de Caluwé heeft iedereen een bepaald kleurpatroon in zich. Sommigen zullen zichzelf bijvoorbeeld herkennen als overwegend rood, wit of blauw. Je kunt op internet ook een digitale zelftest doen. Hiermee kun je vaststellen of je zelfbeeld klopt.

Nou is het best mogelijk om je natuurlijk gedrag een beetje bij te kleuren. Zeker als je je heel goed bewust bent van het verschil tussen het voor de omgeving meest effectieve gedrag en je natuurlijke gedrag, dan kun je heel gericht werken aan het vergroten van je effectiviteit. Het schijnt zelfs zo te zijn dat als je voldoende positieve feed-back krijgt op je gedragsverandering, dat dit uiteindelijk wordt geinternaliseerd. Je natuurlijke gedrag kun je op die manier veranderen. Werkt dat echt zo? Je kunt dit in principe met behulp van de digitale zelftest eenvoudig zelf controleren. Vul de test maar eens in met de antwoorden die je tien jaar geleden zou hebben gegeven...!

Niet alle kleurverschillen laten zich even gemakkelijk overbruggen, laat daar ook geen misverstand over bestaan. Soms moet je als professionele architect tot de jammerlijke maar onvermijdelijke conclusie komen dat je in een bepaalde omgeving op dat moment gewoon niet past. Dat is altijd nog beter dan je volkomen onbewust van de mismatch tussen jouw en je omgeving voort te modderen; ofwel gefrustreerd raken omdat het maar niet lukt om je omgeving aan te passen aan jouw gedrag.

Als het je gaat om het vergroten van je effectiviteit in de rol van archITect, dan kan het zoeken van een omgeving die beter past bij je eigen kleur dus net zo goed een slimme strategie zijn als het aanpassen van je gedrag aan de kleur van de omgeving. Het is maar dat je het weet.

Deze overpeinzing is bedoeld om tot nadenken te stemmen. Het is de 6de in een reeks bespiegelingen die op dit weblog gepubliceerd zal worden.

Geen opmerkingen: