donderdag 3 januari 2008

Falende systemen

De Kwestie

Er zijn systemen die fundamenteel fout zijn. Neem nou het verkeer. Het groeit maar door en door. Iedere ochtend moeten er miljoenen medewerkers naar hun werkplek, iedere avond gaan ze weer terug naar huis. Met de steeds toenemende files op de weg en vertragingen op het spoor als schier onvermijdelijk gevolg. Een erkend ’wicked problem’*.

Er zijn al heel veel mensen die nagedacht hebben over een oplossing van deze problematiek. Meer asfalt, of juist meer spoor. Carpoolstroken, rekeningrijden, beprijzen, spreiden, opzwaaien. Alle trucs wordt ingezet om het probleem maar kleiner te maken. Zodat de files niet met 10-20% per jaar groeien, maar slechts met 5-10%. Maar dat is nog altijd groei! En wie wordt daar nou echt blij van? Dan duurt het misschien nog een paar jaar extra voordat alles tot stilstand komt en de wal het schip gaat keren. Dat is toch geen reële oplossing?

Ja maar, hoor ik beweren, er wordt gewerkt aan intelligente auto’s, die op hele korte afstand van elkaar kunnen rijden, en die toch geen aanrijdingen veroorzaken omdat ze altijd op tijd afremmen om een botsing met een voorganger te vermijden. Cool! Dan gaat de wegcapaciteit met wel 20% omhoog. Dat is te zeggen, zodra alle auto’s zo’n systeem aan boord hebben. Maar dat gaat nog wel 20 jaar duren. Dus, hoe je het ook wendt of keert, het blijft voor de afzienbare termijn gerommel in de marge. En over 20 jaar, dan zul je zien dat die 20% extra capaciteit al lang niet meer voldoende is.

Soms moet je als architect het systeem zelf ter discussie durven te stellen om een oplossing te kunnen bieden. Ja dûh, da’s makkelijk gezegd. Maar er zijn niet voor niets al zoveel verschillende initiatieven in zoveel verschillende landen ondernomen om dit probleem te tackelen. Hoe bedoel je, het systeem veranderen?

Stel eens dat het zou kunnen. Stel dat je zou stoppen met de medewerkers naar hun werk te brengen en zou beginnen met het werk naar de medewerkers te brengen. Stel dat je het systeem als het ware op z’n kop zou zetten. Nee, niet thuiswerken, daar gelooft bijna niemand meer in. Zodra je huis je werkplek wordt, dan ben je nooit meer echt thuis. En trouwens, de meeste medewerkers hebben gewoon behoefte aan hun zakelijke sociale contacten. Even een praatje bij het koffieapparaat schept een band met het bedrijf. En die kun je niet vervangen door email. Nee, het is om allerlei redenen goed om werk en privé te scheiden. Goed voor de werkgever en zeker ook voor de werknemer. Maar zijn er dan geen fundamenteel andere oplossingen denkbaar?

Neem nou een bedrijf als Albert Heijn. Het bedrijf heeft een stuk of 750 vestigingen, mooi gespreid over heel Nederland. Toch moeten meer dan duizend medewerkers iedere dag naar Zaandam afreizen om daar op het hoofdkantoor aldaar achter een computer hun meerendeels administratieve taken uit te voeren. Stel nou dat je in ieder filiaal een kantoor­ruimte zou inrichten. Een ruimte met faciliteiten om samen te werken met collega’s die in andere filialen soortgelijk werk doen. Als we op internet een virtueel 2nd life kunnen bouwen, met alles erop en eraan, waarom zouden we dan geen virtueel hoofdkantoor kunnen bouwen? Serieus, waarom zou het niet kunnen? Natuurlijk, er zal nog van alles ontwikkeld moeten worden, maar dan werken we in elk geval aan echte oplossingen. En dat is een dankbare taak voor architecten in de IT, niet waar? En dan gaan we tenminste eindelijk de goede kant op, in plaats van minder snel de verkeerde kant op.

Toegegeven, er zijn best nadelen aan een gedistribueerd kantoor. Een team dat moet samenwerken moet elkaar van tijd tot tijd in de ogen kunnen kijken. Aan de andere kant, medewerkers van een hoofdkantoor gaan veel beter functioneren als zij dicht bij de praktijk staan. Zou het niet juist heel productief kunnen zijn als zij in de koffiepauze direct met de gevolgen van hun werk geconfronteerd werden? Zou de sociale controle niet veel beter werken, als medewerkers van een hoofdkantoor dagelijks in direct contact zouden staan met de filialen waar de omzet tenslotte vandaan moet komen? Zou een dergelijk contact met de werkelijkheid niet tot hele nieuwe inzichten kunnen leiden?

En dan nog iets. Wat is er nou mooier dan in je eigen wijk kunnen werken. Dan krijg je een optimale mix tussen sociale en zakelijke contacten. Dat brengt de zakelijke contacten dichter bij huis. Natuurlijk werkt dat beter. Afstand werkt vervreemdend. Precies daarom willen we teams zo graag bij elkaar brengen. Maar dan vergeten we dat de afstand tussen de mensen in de teams en de mensen waarvoor zij werken – hetzij collega’s, hetzij klanten, hetzij partners, hetzij leveranciers – in beginsel net zo vervreemdend werkt. En de vervreemding binnen het team zou met de moderne technische hulpmiddelen wel eens makkelijker op te lossen kunnen zijn dan al die externe vervreemding. En dat terwijl de externe vervreemding waarschijnlijk veel schadelijker is voor het bedrijf.

Trouwens, als je in je eigen wijk kunt werken, dan kun je je privé leven ook veel beter met je werk combineren. Als je dan eens moet overwerken, dan kunnen je kinderen even naar kantoor komen lopen of fietsen. En daar kun je makkelijk een speel- of huiswerkhoek organiseren. Want als afstanden wegvallen, ontstaan mogelijkheden. En zo krijgt Albert Heijn toegang tot een potentieel aan medewerkers dat nu nog onbereikbaar is. Van talent uit Venlo, Goes of Meppel kan je echt niet verwachten dat ze dagelijks naar Zaandam komen. En dat terwijl Albert Heijn wel een vestiging in de buurt heeft. Is dat geen verspilling van talent?

En wat geldt voor Albert Heijn, geldt net zo goed voor AbnAmro, voor UWV, voor Randstad, voor de NS en voor het CWI, om er maar een paar te noemen. Trouwens, waarom zou de overheid zelf niet het goede voorbeeld geven en kantoor gaan houden in elk gemeentehuis in Nederland? Dan kan iedere rijksambtenaar voortaan in zijn eigen gemeente werken. Stel je voor, dat honderdduizenden mensen extra op fietsafstand van hun werkplek zouden wonen. Wat zou dát voor impact hebben op het verkeersprobleem? Toch zou dat best kunnen. Als je het maar goed organiseert.

Maar dan moeten we wel stoppen met het bouwen van al die megalomane kantoren aan de Amsterdamse zuidas. Want zo’n centralistisch systeem is fundamenteel fout en de problemen die het veroorzaakt zijn fundamenteel onoplosbaar. Pogingen om dergelijke systeemfouten op te lossen zijn zonde van de energie. Alleen een gedistribueerd systeem biedt hoop.

Wat te doen?

Als architect moet je af en toe durven om een falende systeem fundamenteel ter discussie te stellen om een oplossing te bieden voor de echte noden van je opdrachtgever. Alleen met een recalcitrante aanpak kunnen we de echte doorbraken verwachten. Iedere industrie heeft zijn falende systeem. Weiger mee te werken aan een kansloze oplossingen. Dat is niet alleen zonde van je tijd, maar uiteindelijk ook fnuikend voor je eigen reputatie. Durf ervoor te pleiten om zo’n systeem op z’n kop te zetten. Neem nou eens rustig de tijd om een fundamentele oplossing te bedenken. En rust vervolgens niet voordat je iedereen in je omgeving overtuigd hebt van de noodzaak van die oplossing. Dan zul je zien dat baanbrekende veranderingen echt mogelijk zijn. Je bent tenslotte niet voor niets een architect?

In deze kwestie wordt een actueel architectuurthema op een scherpe manier geanalyseerd. Het is de 1ste in een reeks kwesties die op dit weblog gepubliceerd zal worden.

* Wicked problems laten zich het makkelijkst karakteriseren als complexe problemen waarbij iedere oplossing de oorspronkelijke probleemsituatie op een onvoorspelbare manier verandert.

1 opmerking:

Matthijs Breebaart zei

ik zou zeggen hoe centralistischer des te beter! Al die megalomane kantoren aan de Zuidas maken immers hoogwaardig en frequent OV mogelijk...